dinsdag 15 december 2009

L'AMEUBLEMENT FINALE

Toen ik onlangs door een drukke Brusselse winkelstraat slenterde waar achtereenvolgens Milow en f*cking Coldpay door de luidsprekers schalden, moest ik denken aan iets wat ik onlangs las in Words and music van Paul Morley.


Of het nu nog net de negentiende of het begin van de twintigste eeuw was, doet weinig ter zake. Feit is dat ene Erik Satie indertijd muziek probeerde te maken die enkel en alleen als omlijsting diende. Musique d’ameublement, meubelmuziek. Die muziek was er om genegeerd te worden, en toch ook om ergens een indruk na te laten. Net zoals een goeie soundtrack doet bij een film… Satie vond de ambient uit, jaren voor John Cage of Brian Eno er furore mee maakten. In 1920 schreef hij een muziekstuk dat moest dienen als pauze tijdens een concert in een Parijse galerij. Het was niet de bedoeling dat de mensen zouden luisteren, de muziek moest gewoon fungeren als behang. De allereerste keer dat de muzikanten het stuk begonnen te spelen, draaiden alle mensen zich om en verstomden alle conversaties. Satie moest hen in hoogsteigen persoon overhalen om verder te doen waar ze mee bezig waren. Hij schreef muziekstukken met titels als For an Assembly Hall, For a lobby of – mijn favoriet – For a shop window. Een idee dat Eno later schaamteloos kopieerde voor zijn befaamde Music for airports.

What a difference a century makes... Amper honderd jaar later is het procedé volledig omgedraaid en gebeurt meer als negentig procent van alle muzikale input onopgemerkt. En toch durf ik betwijfelen of dit nu is wat Erik Satie voor ogen had toen hij aan z’n experimenten begon.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten